Hoe overleef ik..?

2 december 2015 - Wagga Wagga, Australië

Ik was als tiener grote fan van de 'Hoe overleef ik...?' boeken van Francien Oomen, volgens mij staan ze zelfs nog steeds in mijn boekenkast op mijn kamer bij m'n moeder. Mijn tijd bij de shearing contractor zit er alweer bijna op en het leek mij wel een goed idee om jullie door middel van tips en weetjes gemixt met een vleugje Claudia een kijkje te laten nemen in het leventje dat ik de afgelopen 7 weken heb geleid. Dus bij deze mijn 'Hoe overleef ik het werken als roustabout voor een shearing contractor?'.

1. Eerst zal ik uitleggen hoe een shearing contractor werkt. Een shearing contractor heeft zijn eigen bedrijf. De mensen die voor hem werken (shearers, woolclasser, Roustabouts en evt. woolpresser) hebben geen contract, want het is 'casual work'. Shearing contractors mogen zelf geen farm benaderen om hun bedrijf te 'verkopen'. Dat wordt gezien als onfatsoenlijk tegen over andere contractors die daar misschien al jaren komen scheren. De farm moet de contractor benaderen. Dan wordt een prijs afgesproken op basis van aantal schapen en personeel dat de contractor inzet. Vervolgens gaan wij daar werken. Is het voor Australische begrippen dicht bij, dan rijden we elke dag op en neer en is het ver weg, dan gaan we op camp-out. Overnachten bij de shed.
2. Misschien wel de meest belangrijke tip is om 'the Australian slang' te leren. Ik heb zo ontzettend vaak mensen raar aan gekeken ("you always look puzzled", zei de Ian de woolclasser mij eens) en vier keer moeten vragen wat ze in hemelsnaam zeiden. De herrie die de scheerapparaten maken, helpen daar ook niet bij. Dan zijn er ook nog schapen die constant aan het blaten zijn en dan is daar natuurlijk dat 'Texaanse' accent, naast het Australische accent. Verder korten ze alles af wat er af te kort en valt. Yesty is bijvoorbeeld yesterday en het duurde even voordat ik dit 'systeem' door had. So, know your slang! Haha
3. Dan komen we bij punt 3. De scheerwereld is echt een Mannenwereld. Alle scheerders zijn mannen (okay, uitzonderingen daar gelaten). Roustabouts zijn vaak meisjes/vrouwen en woolclassers zijn net wat vaker man dan vrouw. Ik moet zeggen dat ik er erg aan moest wennen (want de ene grap na de andere grap wordt gemaakt en deze zijn niet altijd even vrouw vriendelijk..). Aan de andere kant vond ik het ook erg vefrissend, ten op zichte van mijn stages tot de opleiding tot verpleegkundige. En nee, de liefde van mijn leven zat er niet tussen. Ze waren of te oud, of te lomp, of te vrouw on vriendelijk of gewoon raar. Neemt niet weg dat ik goed heb kunnen lachen met een aantal van deze gasten!
4. Niet elke shed waar je naar toe gaat heeft een wc. De nieuwe, moderne sheds wel, maar er zijn ook sheds die van ellende uit elkaar vallen. Soms hebben sheds een buiten wc. Een klein hutje. Vaak kwam het neer op wildplassen. Ja, ik ben een vrouw en moet vaak plassen. Kan er niets aan doen. Het leuke was dat ik altijd een mooi uitzicht had over de groene glooiende heuvels in het zonnetje. Zelfs als er een hutje was, dan liet ik de deur gewoon open (de hutjes stonden altijd met de rug naar de shed gekeerd), zodat ik kon genieten van het uitzicht. Part of the Oz experience, zal ik maar zeggen!
5. Als roustabout ben je een manusje van alles. In de meeste gevallen ben je niet de enige roustabout en wissel je taken af met elkaar om de zoveel tijd. De een gaat vegen, de ander pakt de fleeces op en helpt ds woolclasser met skirten. Tijdens het vegen zorg je ook al dat de verschillende 'soorten' wol (good, stain, dag) al woorden gescheiden. Vaak help je ook met het pressen van de wool in de woolpresser. Naast roustabout ben je dus ook een beetje een woolclasser en woolpresser. Maar goed, we krijgen ook best wel goed betaald.
6. Het woord 'fuck' stond al wel in mijn persoonlijke woordenboek, maar heel veel gebruikte ik dat niet in NL. Daar is echter verandering ingekomen. De frequentie waarmee ik dat woord nu gebruik is drastisch toe genomen. Blij ben ik er niet mee, dus ik hoop het snel ook weer af te leren. Ik moet wel als ik straks mijn functie als au pair wil behouden :') De scheerders gebruikten ook vaak het woord 'cunt' en ik zal een opsomming geven van de combinaties die ik heb gehoord met deze twee woorden. Fuck, fuck me, fuck me dead, you fucking cunt, fuck you cunt, fuck off you cunt and so on... Gelukkig was dit tegen het schaap en niet tegen mij. Dan had ik er wat Nederlandse scheldwoorden tegen aan gegooid ;)
7. Het werken voor een shearing contractor zorgt wel voor structuur doordeweeks. Je begint stipt om 7:30am. Één run duurt twee uur. Om 9:30 am heb je dus de eerste pauze, van een half uur. Daarna heb je een run van 10-12, dan een van 1-3pm en daarna een run van 3:30-5:30 pm. Als ik daarna terug kom ga ik douchen, eten en vroeg naar bed, want de volgende ochtend vertrekken we vaak alweer rond 6am.
8. Als roustabout krijg je gegarandeerd te maken met spierpijn, blauwe plekken en jeuk. Je bent constant in beweging, 2 uur lang. Je veegt (spierpijn armen), bukt/gaat door je knieën (spierpijn benen), krijgt blauwe plekken rond je onderbuik als je een shearingshed hebt met een raised board en je krijgt blauwe plekken van schapen die besluiten te ontsnappen en het op een rennen zetten (het leukste om te zien overigens haha). Daarnaast heb ik tijdens een week crutchen mijn elleboog flink overbelast (alleen maar geveegd), met als gevolg dat ik nu last heb van ulnaris neuropathie. Wat? Laten we zeggen dat mijn pink doof is en mijn ringvinger half. Heel vervelend. In Sydney ga ik even naar de dokter want het is aan mijn rechterhand en die heb ik nog veel nodig! Verder zitten mijn handen en armen onder de miniscule gaatjes, van hard gras bij het iets te enthousiast vastpakken van het fleece. En ik heb blaren. Op mijn voeten van het ineens veel gebruiken van mijn wandelschoenen (heb 1,5 maand op slippers gelopen) en het vele vast houden van een bezem. Juist, blaren op mijn handen. Inmiddels eelt. Ik voel me soms net een vent en kan niet wachten om mij straks in Sydney heerlijk onder te dompelen in bodylotion en mijn nagels weer te lakken. Haha ja, ook ik blijf een vrouw met oppervlakkige trekjes ;).
9. Er zijn hier heel veel vliegen. Gek word je er van. Vaak zijn je ogen, neus, oren en mond het doelwit en ze presteren het elke keer weer om RECHT op hun doel af te vliegen. Als je aan het werk bent is dat bloed irritant! Ik kan dan nog blij zijn met mijn lange haar -dat ik in een paardenstaart heb gebonden- waarmee ik menig vlieg van mijn gezicht jaar door een keer met mijn hoofd te schudden. De scheerders hebben geen lange manen, dus voor hun is het vervelender want zij kunnen niet hun handpiece of het schaap loslaten om de vliegen weg te jagen, want dan krijg je het-schaap-ontsnapt-taferelen.
10. Fly blown sheep. Gadverdamme. Op het moment dat een scheerder een schaap uit de pen pakt weet je het meteen. Dat STINKT! En dan mag ik nog blij wezen dat ik er niet net zoals een scheerder recht boven hang met m'n neus. Wanneer een schaap fly blown of struck is wil dat zeggen dat er maden van het schaap aan het snoepen zijn, door teveel drollen die zich ophopen met als gevolg dat de huid gaat broeien, kapot gaat en gaat ontsteken en vliegen vinden dat fantastisch om eitjes in te leggen. IEUW!
11. Als roustabout zit je letterlijk in de stront. Schapenstront. Vaak zijn de 'dags' hard, maar soms worden er ook schapen geschoren die net wat verse natte warme drollen hebben achtergelaten. En ja, dat mag je als roustabout lekker opruimen. Maar het is niet alleen schapenstront dat je aan het einde van de dag overal terug vindt. Wat dacht je van de wol? Zeker de kleine vlokjes vliegen in het rond en dat gaat werkelijk waar OVERAL zitten. Het ligt aan de kwaliteiten van de wol of dit ook gaat prikken of niet (ja dames en heren, voor al uw wol aankopen in de toekomst, ik weet wat je vooral wel en niet moet hebben ;)). En dan is er natuurlijk gras. Denk dan niet dat we te maken hebben met dat heerlijke zachte groene gras waar je lekker in kunt gaan liggen. Nee. Het wordt hier zomer, warm, zeg maar gerust heet en alles droogt uit. Het gras droogt uit, schapen gaan daar lekker in liggen rollen, dat blijft steken in de wol en vervolgens grijp ik daar steeds in mijn met handen. Het blijft ook lekker hangen in mijn kleding en vindt ook zijn weg ONDER mijn kleding.
Kan je je voorstellen dat ik aan het einde van de dag niet kan wachten om onder de douche te springen?
12. Bier. Heel veel bier. Het lijkt wel alsof de scheerders niets anders kunnen drinken. Okay, overdag tijdens het werk drinken ze water of fris. Maar wordt de handpiece neegelegd aan het einde van de dag, dan is het eerste dat ze weer oppakken en flesje of blikje bier. Op camp-out is het helemaal erg. Dan drinken ze gerust zes of zeven flesjes bier weg na het werk. Ik werd raar aan gekeken toen ik 'nee dankje' zei toen iemand mij een biertje aan bood. Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet vies van een drankje (Dronkensloot moet ergens vandaan komen), maar liever niet doordeweeks als ik de volgende dag weer vroeg op moet.
13. De scheerders zijn erg lomp met de schapen. Ik heb hier heel erg aan moeten wennen. Om eerlijk te zijn ben ik er nog steeds niet aan gewend. De schapen worden geschopt en geslagen als ze een beetje tegen stribbelen. Ik snap dat de schapen dat doen, want ik zou er ook niet blij van worden als iemand mij in de meest onmogelijke houdingen plaatst. Voor een schaap is scheren echt geen pretje, maar het moet gedaan worden. Niet alleen voor de productie van wol (ja productie, zo wordt een schaap gezien), maar ook voor het schaap zelf. Een van de scheerders heeft twee schapen opzettelijk gedood en daar moest ik even van slikken. De eerste keer pakte hij een ijzeren staaf en sloeg daarmee een paar keer op het hoofd van het schaap. De tweede keer stak hij zijn handpiece recht in de nek van het schaap dat daardoor overleed. Het fijne is dat ik vervolgens bij beide schapen al het bloed mocht opvegen, want ook dat hoort bij het werk als roustabout. Zorgen dat het board schoon is zodat wol niet vies en onbruikbaar wordt...
14. Er zijn altijd zwarte schapen in de familie. Letterlijk. Zo nu en dan zijn er zwarte schapen die geschoren moeten worden. Soms zijn ze helemaal zwart (wat ik overigens best mooi vind om te zien!), soms bont en soms gestippeld. Deze worden dan allemaal apart gehouden en op het laatst geschoren. Zwarte wol mag namelijk ABSOLUUT NIET bij de witte wol terecht komen. De zwarte wol kan niet geverfd worden en het is 'lelijk' als er ergens in een kledindstuk ineens een stukje zwarte wol in zit. Ik wist niet dat dat zo erg was. Ik vond het erg grappig hoe serieus de woolclasser hier over was. Ik snap het heus wel, maar zo streng als hij mij toesprak over hoe met zwarte wol om te gaan vond ik best lachwekkend. De woolclasser niet. Haha.

Okay, bovenstaande punten zijn niet allemaal even positief, maar zo bedoel ik het absoluut niet. Ja, ik heb het soms moeilijk gehad en er hebben wat tranen gevloeid. Maar ik heb ontzettend veel geleerd. Ik heb een kijken mogen nemen in het echte Australische leven, doordat ik bij het gezin woonde en het alledaagse leven hierdoor heb meegekregen. Ook door uberhaupt te gaan werken heb ik een goed beeld van het werken in Australië (dan wel van één bepaald vakgebied) gekregen. Dat de wolhandel hier zo groot was heb ik nooit bij stil gestaan en ik vond het fantastisch om daar een klein onderdeel van te mogen zijn. Ik had ook fruit kunnen gaan plukken met tientallen andere backpackers, maar ik ben erg dankbaar dat ik deze kans heb gekregen. Daarnaast heb ik de meest mooie landschappen gezien en ben ik op plekken geweest waarvan ik van te voren niet had kunnen bedenken dat ik daar zou komen. Plekken zonder massa's toeristen en backpackers, maar gewoon leven tussen de locals. Ik heb puppies zien op groeien bij het gezin die in de eerste week dat ik daar was waren geboren en ik heb lammetjes mogen knuffelen. Verder heb ik veel over mezelf geleerd. Vanaf het begin van mijn reis was ik alleen, maar tot totaal Sydney heb ik altijd mensen om mij heen gehad waarmee ik samen dingen kon gaan doen. Nu was ik -ondanks de aanwezigheid van het gezin- echt op mijzelf aangewezen in de weekenden als ik vrij was. Ik heb mij goed weten te redden. Daarnaast heeft het werken mij als roustabout eindelijk zelf doen laten beseffen dat ik een doorzetter ben. In de goede zin van het woord. Als ik echt zeker weet dat iets niet gaat lukken, dan stop ik ermee, maar tot die tijd ga ik door en blijf ik proberen. Ik moet zeggen dat ik mij nu zekerder zal voelen als beginnend verpleegkundige dan toen ik net was afgestudeerd. Niet omdat ik nu weet hoe ik ik een schaap moet pakken, maar omdat ik nu weet hoe ik een nieuwe uitdaging moet aangaan en deze ook zeker niet uit de weg zal gaan. Ik heb mij op zeer vreemd grondgebied weten te redden en een afdeling in het ziekenhuis voelt nu als peanuts. Wat zeven weken met een mens kan doen. Ik ga hier weg met een dubbel gevoel. Enerzijds weet ik dat ik hier nog veel meer kan leren, anderzijds ben ik toe aan iets nieuws. Ik merk dat ik het mis om nieuwe plaatsen te ontdekken en nieuwe mensen te ontmoeten, zoals aan het begin van deze reis. Dus hoe overleef je het werken als roustabout? Open staan voor nieuwe ervaringen, hard werken en niet schrikken van de hardheid van de scheerwereld. Dit betekent niet dat je oogkleppen op moet zetten, maar wel moet leren (begrijpen) hoe anderen zijn opgegroeid en leven.
Voor nu, op naar Sydney, waar mijn volgende avontuur begint en ik het hopelijk tot april uithoud zonder teveel reis kriebels te moeten negeren!

En ohja, ik heb mijn vlucht omgeboekt naar 9 augustus 2016! Tot dan!

XOXO

4 Reacties

  1. Hans:
    2 december 2015
    die laatste zin spreekt me wat minder aan, maar het is niet anders hahaha.
    je bent weer gegroeid bonussie van me, weer stappen gemaakt.
    en als je ooit denkt aan een career change, richt je dan op het maken van reisboeken, want je manier van schrijven is heerlijk om te lezen: ik zie je al in die shed staan werken.
    trots op je en blij voor je!
    dikke kuzz
  2. Moekie:
    2 december 2015
    TROTS op mijn wijfie ! En dat jij doorzetter bent wist ik al vanaf jouw peutertijd , heb jij ook meerdere malen bewezen ! Tranen in mijn ogen ! HOU VAN JOU !
  3. Moekie:
    2 december 2015
    TROTS op mijn wijfie ! En dat jij doorzetter bent wist ik al vanaf jouw peutertijd , heb jij ook meerdere malen bewezen ! Tranen in mijn ogen ! HOU VAN JOU !
  4. Martin:
    5 december 2015
    Neem je een mooie wollen trui voor mij mee?